dinsdag 30 mei 2017

Onze taalverwerving



Onze taalverwerving

Taalverwerving verwijst naar het verwerven van taalvaardigheden bij kinderen vanaf de geboorte tot de leeftijd van ongeveer zes jaar. 
Via zijn naaste omgeving verwerft een kind een bepaalde moedertaal.  Hierbij spelen vooral de ouders, broers en zussen, familie, leraars in de school, … een belangrijke rol en dit gedurende de eerste zes levensjaren van het kind.  Nadien wordt het moeilijker voor het kind om een taal te verwerven.
Bij het verwerven van een taal moet er geoefend worden zowel op het weergeven van de betekenissen als de uitspraak van de woorden. 

 Men kan een aantal fasen onderscheiden in het proces van de taalverwerving ;

- prelinguale periode : ongeveer rond het eerste levensjaar begint het kind te vocaliseren, frazelen en brabbelen.

- vroeglinguale periode ; ongeveer tot 2,5 jaar.  Het kind begint herkenbare woorden te spreken en hierin herkennen we ook verschillende fasen.  Het kind spreekt eerst met een woord, dit noemen we de eenwoordfase, later begint het met twee woorden te spreken nl. de tweewoordenfase en nog later volgt de meerwoordenzin waarbij het kind met meerdere woorden spreekt en zinnetjes begint te vormen.
 
- Tot het kind naar de lagere school gaat vindt er een hele uitbreiding van de woordenschat plaats en dit noemen we de verrijkings- of differentiatiefase.

- als slot is er nog de voltooiingsfase. 

Heel de taalontwikkeling bij een kind hangt ook af van de lichamelijke, psychologische, sociale, intellectuele en emotionele ontwikkeling van het kind zelf.  Ook het tempo en de kwaliteit van de taalverwerving is verschillend van kind tot kind. Meestal ontwikkelen meisjes hun taalvaardigheid vlotter dan jongens. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten